De huidige Omgevingswet moet in 2021 zijn geïmplementeerd op decentraal niveau. Hierbij staat inspraak van- en gebruiksgemak voor lokale stakeholders centraal. Dit moet activiteiten op lokaal niveau stimuleren. Om de implementatie goed te laten verlopen, staat de (decentrale) overheid voor een aantal uitdagingen.
Wat is de Omgevingswet ook alweer?
Doel
Met de Omgevingswet wil de overheid (lokale) stakeholders samenbrengen voor het maken van besluiten over de leefomgeving. Dit zou onder andere lokale initiatieven moeten stimuleren. Tot de stakeholders behoren niet alleen (semi-)overheidsinstanties als gemeenten, provincies, het Rijk en de waterschappen, maar ook burgers en bedrijven.
Strategie
De overheid wilt de Omgevingswet decentraal organiseren, waardoor gemeenten en waterschappen voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de vorming en implementatie. Hierbij is de versimpeling en vermindering van regels een belangrijk onderwerp. Provincies en het Rijk worden er zoveel mogelijk buiten gehouden, tenzij er regels worden aangehouden die in strijd zijn met de visies van deze overheidsinstanties. De huidige Omgevingswet moet in 2021 landelijk zijn geïmplementeerd. Daarna mogen er nog tot 2029 wijzigingen in worden aangebracht. De huidige Omgevingswet bestaat uit het omgevingsplan die een gemeente aanhoudt en de ‘bruidsschat’ van het Rijk. In deze ‘bruidsschat’ zijn 26 wetten verwerkt die betrekking hebben op vergunningen voor de omgeving. Van 2021 tot 2029 moet elke gemeente zorgen voor een omgevingsplan die voldoet aan de regels van de Omgevingswet en mogen er wijzigingen worden aangebracht in de bruidsschat. Hierbij kan er onder andere worden gekeken of bepaalde regels wel van toepassing zijn op de lokale leefomgeving.
Implementatie
Om te zorgen dat de huidige Omgevingswet in 2021 geïmplementeerd is, moeten er een aantal procesveranderingen plaatsvinden. Dit heeft voornamelijk te maken met de interne samenwerking van lokale overheden en de samenwerking tussen alle stakeholders. Zo zijn er voor de versimpeling van processen vanuit het oogpunt van burgers en bedrijven ICT-veranderingen nodig bij de Rijksoverheid en lokale overheid. Deze moeten ook weer op elkaar afgestemd zijn. Daarnaast moeten gemeenten en waterschappen zorgen voor een organisatiestructuur die de omgevingswet ondersteunt. Zo moeten de organisaties bijvoorbeeld ingericht zijn op initiatieven van burgers en bedrijven.
Uitdagingen met betrekking tot de implementatie
Vereenvoudiging en vermindering van regels
Door het versimpelen en verminderen van regels, zouden lokale initiatieven in een omgeving gestimuleerd moeten worden. Echter, de 26 wetten waar het Rijk nu nog gebruik van maakt, zijn grotendeels nog opgenomen in de Omgevingswet. De taak om deze regels verder te vereenvoudigen ligt dus vooral nog bij de gemeenten en waterschappen. Er moet per regel in de Omgevingswet gekeken worden in hoeverre deze overbodig is en of deze (gedeeltelijk) verwijderd kan worden. Daarnaast moet er gekeken worden of de aangenomen criteria per regel relevant zijn voor de omgeving, waardoor een regel vereenvoudigd kan worden.
ICT-koppelingen
Zowel het Rijk als de gemeenten en waterschappen moeten ICT-maatregelen nemen. Deze moeten op elkaar worden afgestemd. Het Rijk verzorgt het portaal waar burgers en bedrijven voor omgevingsvergunningen terecht kunnen. Hiervoor waren dit 3 verschillende portalen met een onoverzichtelijke hoeveelheid regels. Het Rijk heeft een aantal criteria vastgesteld op het gebied van ICT, waaraan gemeenten en waterschappen moeten voldoen. Zo zijn er een aantal technische aspecten, waarvoor een developer ingehuurd moet worden, maar ook een aantal procesgerichte aspecten. Voor het laatstgenoemde moeten gemeenten en waterschappen onder andere zorgen voor een duidelijke beslisboom met betrekking tot de vergunningen. Hierdoor zouden conclusies over vergunningverlening na het doorlopen van de beslisboom zichtbaar moeten zijn.
Voor de Omgevingswet, met ongeveer 26 wetten in haar huidige vorm + de regels van het omgevingsplan, is een beslisboom een behoorlijke opgave om te maken. Daarnaast moeten de waterschappen en gemeenten ook kijken of ze hun ICT-middelen willen bundelen, of juist liever aan de slag gaan met hun eigen manier van werken en/of ingehuurde developers.
Effectieve samenspraak
Bij de hervormingen van de Omgevingswet moeten burgers en bedrijven ook een vorm van inspraak krijgen. Hiervoor zullen gemeenten en waterschappen o.a. moeten kijken naar de relevantie van de inspraak, maar ook hoe ze voornemens voor wetswijzigingen kenbaar gaan maken aan deze stakeholders. Daarnaast moet er onderzocht worden hoe er zal worden omgegaan met de input van deze actoren. Zo moet er gekeken worden naar de vergaring en opslag van deze input, maar ook waar het terugkomt in het beslissingsproces. Daarnaast moeten voornemens afgestemd worden op de visies van de provincies en het Rijk.
Continue verbetering van de Omgevingswet
Tussen 2021 en 2029 moet de Omgevingswet aangepast worden naar een lokale standaard. Hiervoor moet onder andere een nieuw omgevingsplan opgesteld worden die aansluit bij de standaard van de Omgevingswet. Daarnaast moeten de regels en criteria van de Omgevingswet duidelijk worden opgeslagen, zodat beslissingen m.b.t. de toekenning van vergunningen voorspelbaar blijven. Om een hoge voorspelbaarheid te kunnen blijven garanderen, zou het een idee zijn om cases te digitaliseren met daarin in elk geval: het type vergunning, bijbehorende regels en criteria, kenmerken van het stuk leefomgeving en de conclusie m.b.t. het toekennen. Zo is het mogelijk om soortgelijke cases snel bij elkaar te zoeken en vergelijken. Hiermee kan ook gekeken worden of afwijkende beslissingen te verantwoorden zijn. Omdat de wet de komende jaren nog volop kan veranderen, is het ook van belang dat wetswijzigingen in de cases worden genoemd.
Conclusie
De Omgevingswet moet de aanvraag van omgevingsvergunningen vereenvoudigen. Hierdoor zouden burgers en bedrijven makkelijker initiatieven in moeten kunnen dienen. De implementatie ervan is echter ingewikkeld. Eerder genoemde uitdagingen zullen waarschijnlijk een belangrijke rol spelen bij de implementatie van de Omgevingswet.