De functie ‘Functioneel Applicatiebeheer’ klinkt als een functie waarbij je een achtergrond in ICT dient te hebben. Echter blijkt dat je deze functie wel degelijk kunt uitvoeren zonder dat je een achtergrond in ICT hebt. In deze blog vertel ik wat een Functioneel Applicatiebeheer doet en hoe dit zich verhoudt met Technisch Applicatiebeheer.
Verschil functioneel applicatiebeheer met technisch applicatiebeheer:
Bij het Functioneel Applicatiebeheer richt je je op gebruikerszijde van de software. Hiervoor heb je geen ICT competenties voor nodig. Wel is het wel nodig dat je communicatief vaardig bent, omdat je met diverse partijen of verschillende organisatieniveaus moet communiceren. Ook heb je een bepaalde mate van analytisch vermogen nodig.
Bij Technisch Applicatiebeheer ligt de focus op de ‘achterkant’ van de software. Hiervoor zijn wel bepaalde ICT competenties nodig. De Technisch Applicatiebeheerder zorgt ervoor dat basis van de software werkt, zodat de Functioneel Applicatiebeheerder de applicatie vervolgens verder kan inrichten naar behoefte van de gebruikers.
Mijn opdracht als Functioneel Applicatiebeheerder
Bij mijn eerste opdrachtgever belande ik in een rol als Functioneel Applicatiebeheerder van de applicatie Unit4 Cura. Mijn opdrachtgever levert zorg voor mensen met een zorgvraag, bijvoorbeeld voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. De honderden zorgverleners registreerden de geleverde zorg in de applicatie Unit4 Cura. Deze registraties werden vervolgens gebruikt om de zorg te facturen bij o.a. gemeentes en zorgverzekeraars.
Als Functioneel Applicatiebeheerder ben je verantwoordelijk voor dat de applicatie aansluit bij de behoeften van de organisatie. Als Applicatiebeheerder ligt je focus op de applicatie en op de gebruikers die de applicatie gebruiken.
De werknemer:
De werknemer ondersteun je bij het gebruik van de applicatie. De applicatie was relatief eenvoudig in gebruik. De medewerkers die minder gewend waren met computers te werken hadden soms wel moeite met het gebruik van de applicatie. Als een gebruiker tegen problemen aanliep, dan onderzocht ik of dit kwam door een van de volgende drie oorzaken:
- Een gebruikersfout;
- een verkeerde inrichting in de software; of
- een fout in de software.
De applicatie:
Als Functioneel Applicatiebeheerder zie je de normale gebruikersinterface van de applicatie, en ben je niet aan het programmeren. In vergelijking met de gemiddelde gebruiker heb je wel meer autorisaties in de software. Als Functioneel Applicatiebeheerder richt je de applicatie in zodat het voldoet aan de wensen van de gebruiker en de organisatie. Daarnaast was ik er verantwoordelijk voor dat de applicatie aangepast werd aan veranderende wet en regelgeving. Als ik een probleem in de software constateerde die door mij niet opgelost kon worden, dan communiceerde ik dat met de softwareleverancier. In veel gevallen leverde de softwareleverancier dan een update aan om het probleem te verhelpen.