Tijdens je traineeship, maar ook tijdens je werk en gewoon in het dagelijks leven, krijg je te maken met weerstand. Omgaan met weerstand kan moeilijk zijn, maar in deze blog lees je hoe je er beter mee om kunt gaan!
Wat is weerstand?
Vaak denken we bij het woord weerstand vooral aan iets niet willen. De ander wil niet wat wij willen, of heeft weerstand tegen ons idee. Dan is het, ook voor mij, vaak snel verleidelijk om (in onze eigen woorden) uit te leggen waarom we dat doel hebben gekozen en waarom het logisch zou zijn voor de ander, hetzelfde doel te hebben. Dat is ook heel begrijpelijk, je bent enthousiast over je doel en wil daar graag zo snel mogelijk naartoe.
Wat zit er nog meer achter?
Weerstand is behalve iets niet willen, eigenlijk ook gewoon gedrag. Iemand zegt dat hij het niet met ons eens is of gaat iets anders doen dat wij zouden willen. En achter elk gedrag zit een motivatie, een gedachte en een gevoel. Wanneer we er op deze manier naar kijken, is weerstand een situatie waarin twee partijen, op het eerste gezicht, schijnbaar gemotiveerd zijn voor iets anders. Wanneer iemand niet mee lijkt te gaan in ons idee en we terugvallen op herhalen waarom wij vinden dat de ander wel mee zou moeten gaan, kan dit ook opgevat worden als weerstand tegen de eerste reactie van de ander. Dit kan dan ook snel lijden tot irritatie bij beide partijen. Beiden denken misschien wel “waarom is die ander nou helemaal niet geïnteresseerd in wat ik wil, of hoe ik denk?”.
Omgaan met weerstand
Gelukkig is motivatie een complex geheel van dingen als korte en lange termijn behoeften, waarden, persoonlijkheid, communicatie, groepsdruk en leerstijl. Dat betekent dat er een hoop aangrijpingspunten kunnen zijn om toch op een lijn te komen! Het is belangrijk om erachter te komen waar het schuurt tussen de twee partijen en dat kan soms heel simpel zijn. Het begint hoe dan ook allemaal bij het stellen van open vragen.
Praktijkvoorbeeld
Zo heb ik een keer een leuk voorbeeld gelezen van een man die hulp nodig had bij het gebruiken van een apparaat. Omdat hij dit apparaat erg graag aan de praat wou krijgen, belde hij drie dagen achter elkaar direct bij openingstijd zijn contactpersoon, om de informatie te krijgen die hij nodig had. Hij kreeg zijn contactpersoon niet goed te pakken of kreeg geen duidelijk antwoord. De vierde dag vroeg hij wat er nou precies aan de hand was en toen bleek zijn contactpersoon helemaal geen ochtendmens te zijn. Toen hij op een later moment in de dag contact zocht kwamen ze er in een keer uit.
Een compromis
Nu is het misschien niet gek om te denken dat de contactpersoon in dit voorbeeld ook direct om 9 uur gewoon goed bereikbaar zou moeten zijn. Aan de andere kant kon de gebruiker door interesse te tonen in zijn contactpersoon heel simpel achterhalen waar het schuurde. Als hij dit niet had gedaan dan had het nog veel langer geduurd om zijn apparaat aan de gang te krijgen of was het in een hoek gezet en nooit gebruikt. Daarentegen kon hij zijn ochtend schema makkelijk even aanpassen, zodat hij in de middag tijd had om het apparaat in te stellen, samen met zijn contact persoon. Zo kon worden voorkomen dat een kleine irritatie een gigantische irritatie werd.
Wil je meer tips over hoe je kunt omgaan met weerstand? Dat lees je hier! En wist je dat je tijdens je traineeship de training Omgaan met weerstand volgt? Omgaan met weerstand leer je dus niet alleen in de praktijk, maar ook de theorie.
