Business Information Services Library, in het kort BiSL is een veelgebruikt framework voor functioneel beheer en informatiemanagement. Hieronder zal het model kort uitgelegd worden en in het bijzonder worden de taken van een functioneel beheerder uitgelicht.
Achtergrond
Binnen ICT zijn er 3 soorten beheer te onderscheiden: technisch beheer, applicatie beheer en functioneel beheer. Deze soorten beheer hebben allemaal hun eigen frameworks, voor functioneel beheer is dit BiSL.
BiSL is sinds 2005 het standaard framework binnen het publieke domein. Er zijn twee versies van het model, het oorspronkelijke model uit 2005 (BiSL-1) en een vernieuwd model uit 2017 (BiSL Next). Er zijn wat verschillen tussen de twee modellen, maar een groot deel van de onderwerpen en activiteiten uit de eerste versie komen ook terug in de nieuwe versie van BiSL.
Het model
Hieronder is een afbeelding te zien van het BiSL model in detail. Het model is opgebouwd uit drie lagen die sterk met elkaar verbonden zijn. De bovenste laag is gericht op coördinatie, hier wordt nagedacht over lange termijn veranderingen en hoe dit georganiseerd kan worden. De middelste laag is de sturende laag, hier houdt men zich bezig met kosten en opbrengsten, planning etc. De onderste laag is de uitvoerende laag, hier houdt men zich bezig met het dagelijks gebruik van de informatievoorziening.
Binnen de drie lagen zijn ook verschillende clusters, zoals het opstellen van informatiestrategie en het functionaliteitenbeheer. In totaal zijn er 7 clusters met daarin weer processen. De processen staan onder andere in de witte blokken, zoals gebruikersondersteuning en voorbereiden transitie.
Functioneel beheer in BiSL
Voor functioneel beheerders is BiSL een erg belangrijk framework, waar (dagelijkse) werkzaamheden uit gehaald kunnen worden. De onderste laag is relevant voor functioneel beheerders. Zij zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het ondersteunen van gebruikers en het up-to-date houden van bedrijfsinformatie. Ook binnen functionaliteitenbeheer hebben functioneel beheerders een taak zoals wanneer een nieuwe feature geïmplementeerd gaat worden. De functioneel beheerder zorgt er dan voor dat de feature getest wordt en dat de overgang goed verloopt. Dit doet de functioneel beheerder bijvoorbeeld door een nieuwe feature eerst in een testomgeving te testen, de eindgebruikers voor te bereiden op de transitie en door goed contact te houden met de leverancier.
Gebruik van BiSL
Wanneer je net start als functioneel beheerder kan BiSL je op weg helpen om je taken te definiëren. Maar ook wanneer je al langer werkzaam bent in het veld, kan het framework je soms helpen om taken te herverdelen of om structuur in je werkzaamheden aan te brengen. Daarnaast geeft het een goed idee van wat je van je collega’s kan verwachten. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn wanneer je met iets nieuws aan de slag moet en niet zeker weet of de verantwoordelijkheid hiervan bij jou, de informatiemanager of bijvoorbeeld de vakafdeling ligt. BiSL is voor al dit soort vraagstukken te raadplegen en daardoor onmisbaar voor functioneel beheer.