De online drukte is tijdens de COVID-19 crisis een hot topic. Populaire collaboration services die de grote vraag in Europa niet aankunnen [AB1] en grote video streaming diensten die op verzoek van de Europese Commissie de videokwaliteit tijdelijk verlagen.
Nederlandse Internet Service Providers geven echter aan de vraag zeer goed aan te kunnen en thuiswerkend in mijn studiootje in Amsterdam heb ik nog steeds geen problemen ondervonden met mijn supersnelle glasvezel internetverbinding.
Internationaal gezien is zo’n betrouwbaar netwerk echter geen vanzelfsprekendheid. Veel plekken in de wereld hebben een veel zwakkere infrastructuur dan wij hebben hier in Europa. Niet alleen de internetinfrastructuur is beperkt, onbetrouwbaar of soms geheel afwezig, maar ook de transport infrastructuur zorgt dat voedsel en gezondheidszorg moeilijk te verkrijgen zijn en slechte sanitaire voorzieningen zorgen voor uitbraak van ziektes zoals cholera en hepatitis.
Dit zijn de omstandigheden waar internationale hulporganisaties rekening mee moeten houden. In mijn opdracht ondersteun ik een internationale hulporganisatie die zoals veel andere bedrijven is overgestapt op een cloud oplossing om flexibel werken makkelijker te maken voor medewerkers op de hoofdkantoren, en de efficiëntie en informatievoorziening te verbeteren zowel op de kantoren, maar ook in de missies.
Overstappen op de cloud is echter geen wondermiddel wat gelijk zorgt voor verbetering, zeker niet als de manier van werken niet verandert. Het overtuigen en trainen van medewerkers om op de cloud manier te werken is in deze organisatie zeker een grote uitdaging. Niet alleen wegens de weerstand vanuit de missies waar de toegang tot internet zeer beperkt is, maar ook op het hoofdkantoor waar de medewerkers het opnemen voor deze missies.
Overtuigen omdat de gekozen cloudoplossing synchronisatie functionaliteit die zorgt dat belangrijke bestanden offline op de laptop worden bewaard, en automatisch worden bijgewerkt op de momenten dater wel een internetverbinding is. Nee, dit is geen perfect systeem en het is niet altijd betrouwbaar en brengt enige complexiteit met zich mee. Het gevolg is dat coördinatoren op het hoofdkantoor als vanouds bestanden als e-mail bijlage blijven sturen, medewerkers die bijlagen op hun persoonlijke harde schijf opslaan en jarenlang blijven gebruiken, in plaats van de meest recente materialen te raadplegen vanaf de cloud.
Dit heeft gevolgen voor de efficiëntie en kwaliteit van werkzaamheden, wat bij een hulporganisatie mensenlevens kan betekenen.
Tijdens mijn opdracht ondersteun ik de kantoren in Amsterdam en Londen en ben ik weinig in contact met de hulpverleners in de missies. Desondanks heb ik gemerkt dat mijn werk op het hoofdkantoor heeft gezorgd dat de medewerkers op kantoor de voordelen zijn gaan inzien van de cloud en het intranet. De medewerkers kiezen vaker dit platform om bestanden te delen met hulpverleners in de missies, met als gevolg dat de missies ook meer weten te vertrouwen op de nieuwe technologie.
Er is nog een lange weg te gaan en er blijft altijd ruimte voor innovatie, maar nu het eind van mijn opdracht in zicht is ben ik trots op de vooruitgang waar ik aan heb meegewerkt.