Verandering is van alle tijden. Zo liep ik op zondagavond nog even snel langs de supermarkt. Wie had dat twintig jaar geleden verwacht? Met mijn zelfscanner in de ene hand en mijn telefoon in de andere, haast ik mij door de winkel op zoek naar rode pepers. De enige peper die nog in het schap lag was ongeveer zo klein als een potlood, maar goed, daar moest ik het dan maar mee doen. Terwijl ik mijn saldo aan het checken was en mijn boodschappen afrekende gaf mijn telefoon ineens een herinnering aan. In grote dikke letters stond er bij woensdag 21 maart: “Verkiezingen, NIET vergeten te stemmen!”.
Stemmen met een rood potlood
Stemhokjes klaar zetten, potloden slijpen en na afloop alle stemmen één voor één tellen. Het zijn een paar voorbeelden van wat er geregeld moet worden op zo’n dag. Je zou kunnen zeggen, best ouderwets. Want terwijl we steeds meer zaken digitaal regelen, krijgen we toch nog steeds een stempas per post. Toch is het stemmen met het rode potlood niet van alle tijden. In 2007 bijvoorbeeld gebruikten nagenoeg alle gemeentes in Nederland nog stemcomputers. Iets wat ze in België en Frankrijk nog steeds doen. Nederlanders daarentegen stemmen sinds 2009 weer ‘ouderwets’ op papier. Dit kwam doordat de regering had besloten dat het kiesproces niet voldoende te controleren zou zijn. Daarnaast zou ook de privacy niet voldoende gewaarborgd kunnen worden.
Thuis stemmen
Terwijl wij in Nederland dus nog steeds een hokje inkleuren, stemmen ze in Estland al jaren thuis. Het enige wat men daarvoor nodig heeft is een elektronische ID-kaart en een internetverbinding. Er wordt daar eerst ingelogd op een stemportaal. Op deze website voert men een pincode in en kiest men vervolgens een kandidaat. De mensen die iets minder digitaal vaardig zijn, kunnen alsnog terecht bij een stembureau. Je zou het kunnen vergelijken met het invullen van een papieren of digitale belastingaangifte.
Nadelen van digitaal stemmen
Hebben we dan anno 2018 nog steeds geen antwoord op de tegenargumenten van weleer? Natuurlijk wel! Als we het online stemmen als leidraad voor de toekomst nemen, zijn er talloze opties te bedenken die bijdragen aan transparante verkiezingen. De meest eenvoudige optie is het kopiëren van de Estlandse methode. Goed gejat, is soms nou eenmaal beter dan slecht bedacht. Een andere interessante optie is het omarmen van de blockchain technologie. Door uitgebrachte stemmen te laten coderen, kan ‘een stem’ hetzelfde behandeld worden als een banktransactie. Een interessant concept, want hierdoor blijft het stemgeheim gewaarborgd. Ook stemmen door middel van een QR-code of via ‘mijn DigiD’ kunnen opties zijn. En zo is er nog wel meer te bedenken.
Stemmen in de toekomst
Of we hier in de toekomst ook allemaal via internet gaan stemmen is nog maar de vraag. Het grootste struikelblok lijkt het vertrouwen in de ontwikkelde software te zijn. Want hoe weten we zeker dat de verkiezingen online niet gemanipuleerd worden? Het is niet voor niets dat we het stempotlood terugbrachten naar het stembureau. De belangrijkste cultuuromslag die daarvoor dient doorgemaakt te worden, is het volledig omarmen van de technologie. Het werken met verschillende databases zou er misschien voor kunnen zorgen dat het vertrouwen in de software toeneemt. Zie het als een meervoud van stembureaus, maar dan in een online omgeving.
Het raadgevend referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de zogenoemde sleepwet, was in mijn ogen dan ook de ultieme mogelijkheid geweest om dit vertrouwen te peilen. Hier in Groningen hebben we geen gemeenteraadsverkiezing, maar toch reserveert de gemeente 500 duizend euro voor de kosten van dit referendum op 21 maart 2018. Een referendum waarbij de regering ook nog eens de uitslag naast zich neer kan leggen. Een enorme kostenpost en een gemiste kans. Want als meer dan 300.000 mensen online een handtekening kunnen zetten om een referendum af te dwingen, waarom zouden zij dan niet online hun stem willen uitbrengen?