Hans Berends is hoogleraar Innovatie en Organisatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en is trekker van het programma Organiseren van duurzame innovatie, dat onderdeel is van het traineeship Duurzaamheid & Innovatie. In dit interview vertelt hij meer over de opleiding die speciaal is ontwikkeld voor Breinstein.
Kan je wat meer over uzelf vertellen?
“Ik ben Hans Berends, hoogleraar Innovatie en Organisatie aan de VU bij de School of Business & Economics. Ik werk alweer tien jaar bij de VU. In ons onderwijs en onderzoek richten wij ons op allerlei vormen van digitale innovatie met op dit moment bijzondere aandacht voor duurzame innovatie.”
Hoe is het contact met Breinstein tot stand gekomen?
“Via Frans Feldberg, die al langer samenwerkt met Breinstein voor het traineeship Data Analytics. Hij was in gesprek met Ivo Weel over een nieuw programma voor Duurzaamheid & Innovatie. Frans is erg enthousiast over ‘zijn’ programma voor het traineeship Data Analytics en de samenwerking met Breinstein. Hij heeft ons aan elkaar voorgesteld en zo is het balletje gaan rollen.”
Waarom denk je dat Breinstein gekozen heeft voor de VU voor het inhoudelijke programma?
“Vanwege de goede ervaringen die Breinstein met ons had bij het andere programma. Ze zijn te spreken over onze kwaliteit en betrouwbaarheid. Wij hebben bewezen dat we altijd leveren en dat kan wel eens een probleem zijn in de academische wereld waarin je wordt geleefd door de drukke schema’s van het onderwijs en door onderzoek dat met horten en stoten gaat. Iedereen heeft het chronisch veel te druk, waardoor er problemen kunnen ontstaan met de feitelijke invulling van het programma. Bovendien gaat Marijn Plomp, coördinator voor de opleiding van Data Analytics, ook de coördinatie op zich nemen van ons opleidingsprogramma. Dat zorgt voor continuïteit en zo waarborgen we de kwaliteit.
Deze manier van werken is voor ons heel fijn. Breinstein zorgt voor de coördinatie, de werving & selectie en de rest van het programma van de traineeships en wij kunnen ons richten op het leveren van de inhoud. Dat is echt van meerwaarde.”
Wat is jouw rol binnen het programma?
“Ik ben de inhoudelijke trekker en zal ook zelf een aantal modules verzorgen. We vullen 12 lesdagen met de collega’s van onze eigen afdeling – KIN Center for Digital Innovation – maar ook andere afdelingen binnen de School of Business & Economics. Zo zal een collega voor marketing het onderdeel Marketing & Sustainable Innovation verzorgen, een collega van Operations Analytics het onderdeel Sustainable Supply Chain Management en een collega van Accounting het deel Analytics for Sustainability.”
Kan je wat meer vertellen over het programma?
“We hebben een breed perspectief op duurzaamheid. De SDG’s zijn leidend. Climate Action is een heel belangrijke, maar er is meer: schoon water, schone lucht, waterhuishouding, de leefbaarheid in steden, et cetera. Ons deel van het programma is opgebouwd op basis van vier thema’s. In het eerste thema gaat het over de uitdagingen van duurzame innovatie. De thema’s daarna betreffen achtereenvolgens de rol van digitalisering en data; samenwerking voor duurzame innovatie; en de adoptie van duurzame innovatie.
We hebben ons minorprogramma Management of Sustainable Innovation als basis genomen. Daarnaast hebben we een aantal onderzoekstrajecten lopen op dit terrein, waaruit we putten voor de inhoud van een aantal sessies. Zo hebben we een aantal sessies rondom verschillende vormen van samenwerking, zoals crowd sourcing. Wat ooit begon met een project om verschillende partijen te betrekken bij het opschonen van oceanen via een digitaal interactieplatform, is verder ontwikkeld tot een Impact Lab. Wij vinden dit een veelbelovende manier om met stakeholders samen te werken, reden om hier een dag aan te besteden in het programma.
We hebben een ander onderzoeksproject lopen rondom missiegeoriënteerde innovatie. Dat is een nieuwe manier om innovatiemanagement te sturen door R&D en interactie te stimuleren, denkend vanuit de grote vraagstukken. Wij kijken daarin vooral naar FieldLabs en LivingLabs als methode om alle betrokkenen beter te laten samenwerken.”
Is er ook aandacht voor praktische opdrachten?
“Zeker. Veelal zal dit reflecteren op de eigen situatie bij de opdrachtgever zijn, maar ook met cases. Het worden sowieso interactieve sessies. De dag is opgebouwd uit een college met theorie, een praktische opdracht en de reflectie/nabespreking van die opdracht.”
Is er veel interesse voor de thema’s duurzaamheid & innovatie bij Digital Natives?
“Ja, heel veel. Bij een flink deel leeft het besef dat wij de afgelopen 40 jaar te weinig hebben gedaan op dit vlak. Nu is het moment. De generatie die nu de arbeidsmarkt betreedt zoekt vaker een werkgever die zijn verantwoordelijkheid pakt op het gebied van duurzaamheid en kiest zelf ook vaker voor opdrachten waarin duurzaamheid en innovatie centraal staan dan voorgaande generaties. Ik heb het idee dat veel geld verdienen en maatschappelijk snel hogerop komen minder speelt bij deze generatie. Ze selecteren vooral op: wat kan ik bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang?”
Wat moet je goed kunnen om te slagen in jullie programma?
De opleiding of achtergrond maakt niet zo veel uit. Je moet conceptuele ideeën goed kunnen verbinden met de alledaagse praktijk. En die praktijk is complex. De meeste organisaties zijn er inmiddels wel van overtuigd dat je de meeste problemen niet meer alleen kunt oplossen. We hebben elkaar nodig. Je moet de opgedane theoretische kennis kunnen gebruiken om grip te krijgen op die complexe praktijk en complexe manier van samenwerking.
Je moet daarnaast vooral goed ontwikkelde soft skills hebben. Wij verwachten een heel divers publiek. Het is geen technische opleiding. De technologie komt vooral terug in voorbeelden en cases, maar het gaat vooral over het innovatieproces en wat Young Professionals daarin kunnen betekenen.”
Wat is de kracht van Young Professionals als ze aan de slag gaan bij organisaties op het gebied van duurzaamheidstransformaties?
“Ze maken het verschil met hun energie en enthousiasme en ze hebben meer oog voor multidisciplinariteit. Bovendien zijn ze nog niet besmet met: ‘dit hebben we al eens geprobeerd en dat werkt toch niet’. Ze zijn bereid om breder te kijken. Ze kunnen goed een brug slaan binnen en tussen organisaties en aanjager zijn.”
Wat vind je het leukst aan lesgeven aan Young Professionals?
“Ze bruisen en zijn een bom van interactie. Je merkt echt dat ze dingen willen weten. Omdat ze tegelijkertijd aan de slag gaan bij hun opdrachtgever, gaan ze zich verwonderen: ‘Waarom loopt het nu zo? Hoe kunnen we mensen meekrijgen? Hoe moeten we samenwerken met die andere organisaties?’ Als je je zulk soort dingen af gaat vragen, bevordert dat de leergierigheid enorm.”
Wat zijn de belangrijkste trends en ontwikkelingen binnen het vakgebied?
“Een belangrijke trend is missie-georiënteerd innovatiebeleid. Dit wordt gezien als derde generatie van innovatiebeleid. De eerste generatie is R&D stimuleren, wat een soort technology-push is. De tweede generatie was gericht op het stimuleren van interactie tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheid. En bij de derde generatie – missie-georiënteerd innovatiebeleid dus – worden de grote problemen waaraan je met elkaar kunt werken centraal gesteld. Hierbij gaat het niet meer alleen om technologische oplossingen. Bedrijven en organisaties moeten ook hun processen aanpassen en consumenten hun gedrag. Wat samenhangt met deze ontwikkeling is de nadruk op conceptuele samenwerking tussen bedrijven, de overheid en maatschappelijke organisaties.”
Heb je nog een tip voor mensen die aan het begin staan van hun carrière op het gebied van Duurzaamheid & Innovatie?
“Blijf geënthousiasmeerd, zie de waarde van wat je aan het doen bent en accepteer dat dat soms een langere adem vergt. Wees blij met alle stapjes naar het grotere doel.”